Schrap de doelmatigheidskorting oplopend naar 183 miljoen voor onderwijs. Dat is de boodschap van een brief van de Stichting van het Onderwijs aan de onderwijswoordvoerders van de Tweede Kamer. De brief komt in de week dat de Tweede Kamer de Onderwijsbegroting behandelt.
De ambities voor de samenleving en kenniseconomie, en daarmee het onderwijs, zijn onveranderd hoog. De korting in het teken van ‘doelmatiger onderwijs’ strookt daar niet mee, aldus de Stichting van het Onderwijs, het platform van alle werkgevers- en werknemersorganisaties in het onderwijs.
Voorzitter Paul Rosenmöller, tevens voorzitter VO-raad: “Een doelmatige besteding van onderwijsmiddelen is belangrijk en daar wil de sector zich ook voor verantwoorden richting overheid en samenleving. Het kabinet vertaalt de focus op doelmatigheid echter naar een besparing op onderwijs. Dat is niet de manier om met onderwijs om te gaan. Omwille van de belangen van onze leerlingen, studenten en ons onderwijspersoneel roepen wij dan ook de politiek op om de doelmatigheidskorting voor alle onderwijssectoren ongedaan te maken.” De Stichting benadrukt daarbij dat de vrijwaring van de ene onderwijssector niet ten laste moet komen van de andere onderwijssectoren. “Want wanneer we willen investeren in de toekomst van Nederland, dan is een doelmatigheidskorting op onderwijs ongepast.”
De Stichting van het Onderwijs heeft de afgelopen weken zowel met de ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap als met de onderwijswoordvoerders van de Tweede Kamer openhartig gesproken over de gezamenlijke ambities voor goed onderwijs. Daarbij is ook het Zes-puntenplan, de inhoudelijke agenda van de Stichting voor de komende jaren, aan bod gekomen. Het onderwijs staat voor veel uitdagingen, zoals het oplossen van de lerarentekorten, het stimuleren van een leven lang ontwikkelen en het bevorderen van gelijke kansen. De Stichting wil met alle partijen werken aan toegankelijk, hoogwaardig en eigentijds onderwijs, waarin elke leerling en student zich optimaal kan ontwikkelen en waarin het aantrekkelijk is om in te werken. Dat kan als de politiek voldoende in onderwijs investeert.