Fontys werft toekomstige docenten met flexibele aanpak

40 procent van de werkenden die niet in het onderwijs werken of een opleiding daarvoor volgend, zou best voor de klas willen staan, zo blijkt uit onderzoek van het Platform Bèta Techniek (PBT). Máár, stellen de ondervraagden, het onderwijs zou dan wel een stuk flexibeler moeten zijn. Fontys Hogescholen heeft verschillende pilots om deze groep te winnen voor het onderwijs.

 

Nienke Meijer (collegevoorzitter van Fontys) reageert in een interview op Radio 1 verheugd op de uitkomsten van het onderzoek. “Het is fijn dat zo veel mensen dit willen; daar moeten we gebruik van maken.” Dat doet Fontys onder andere door het voor deze mensen makkelijker te maken om in kortere tijd hun lesbevoegdheid te halen, door ze bijvoorbeeld studiepunten te geven voor praktijkervaring. Ook werkte Fontys mee aan een pilot voor (v)mbo-docenten van de Techniekpactregio Zuidoost-Nederland.

Werelden bij elkaar brengen

Velen hebben de wens om in een bedrijf te blijven werken naast het lesgeven, laat het onderzoek zien. Ondervraagden haken af op het beeld van een hele week voor de klas staan en weinig doorgroeimogelijkheden hebben. Juist die combinatie van lesgeven en actief zijn in het bedrijfsleven is waardevol voor het onderwijs, vindt Meijer. Zo zijn docenten uit het bedrijfsleven goed op de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen. Dat houdt ook de onderwijsprogramma’s up-to-date. “Heel veel mensen willen een hybride samenhang. Dat is voor beide werelden goed. Zo komen ze bij elkaar.”