Ik vermoed dat veel lezers deze term wel eens tegen zijn gekomen: doe het één (publiceren), of stop er maar mee. In sommige vakgebieden is de bijbehorende druk om te publiceren nog enorm, te oordelen naar de verschillende alarmerende berichten van pleitbezorgers van jonge wetenschappers.
Dit adagium heeft uitgeverijen geen windeieren gelegd, maar naast de opkomst van Science in Transition (en nu: Erkennen en Waarderen, Erkennen en waarderen | NWO) is nu vooral de overrompeling door generatieve AI een spannende ontwikkeling voor deze sector. De rol die voorgeschreven teksten in boekvorm speelt is erg onzeker. Die onzekerheid is niet alleen voor de publishers, ik merk ook ambivalentie bij de collega’s in het onderwijs. Gecureerde kennis – inzichten waar we lang op hebben gebroed en die het waard zijn om te delen, bijeengebracht door experts in het veld, wordt achteloos in de hoek geschoven en de vraag wordt gesteld aan een chatbot.
Een collega van mij bij de HBO-ICT opleiding van Windesheim, zelf een fervent gebruiker en onderzoeker van generatieve AI, stond versteld toen één van de studenten hem trots meldde dat hij een ruime voldoende had gehaald zonder het boek voor het vak te kopen. De student had ChatGPT gevraagd om in docent-modus hem de stof uit het desbetreffende boek te onderwijzen. ChatGPT gaf aan het boek niet te kennen, maar toen de inhoudsopgave (via een kopietje van een medestudent?) werd ingegeven werd hij (de student) in een kleine zes uur, exclusief pauzes, klaargestoomd voor het examen. Dit kwam binnen: de docent vertelde graag dat – als je het boek niet kocht – je geen kans had om het tentamen te halen.
Het voorval groeide uit tot een verhaal dat meerdere boodschappen had, niet in de laatste plaats voor uitgeverijen. Gesprekken met twee uitgeverijen (ik noem hier even geen namen) leidden tot een interessant inkijkje in de strategische opties van deze branche. Een deel van die opties zien we ook in andere sectoren: meer specifiek getrainde LL-modellen (taal, content, afgesloten), of super-prompts die bovenop gecureerde kennis een meester-gezel gesprek kunnen modereren. Maar de vraag was ook: wie is nu eigenlijk je doelgroep? Zijn dat studenten, of zijn dat docenten die – voor een (groot?) deel – naarstig zoeken naar effectieve manieren om (generatieve) AI in te zetten in hun semesters.
Binnen PRIO is een groep lectoren, verenigd binnen het thema Learning & Education, actief om proefsgewijs de impact van nieuwe digitale technologie op het leerproces te bestuderen. Collega Esther van der Stappen (Avans) geeft dit als een prima-inter-pares vorm, en wordt ook nauw betrokken bij de ontwikkeling van nieuwe curricula. Voor mij een mooie vorm hoe onderwijs en onderzoek elkaar kunnen versterken. Iets dichterbij heb ik samen met collega-lector Anneke Smits gewerkt aan een handreiking en beleid voor het gebruik van generatieve AI binnen Windesheim. Een (tweede) studententeam werkt aan een self-assessment voor opleidingen om tips te krijgen hoe AI een plek kan hebben.
Is dit voldoende? Ik aarzel – de laagdrempelige toegang tot generatieve AI heeft een ieder wakker geschud, om kritisch te kijken naar de wijze waarop wij en anderen leren, en onze rol daarin. Soms leidt dit tot depressieve gedachten, neemt de ‘perish’ kant het over. Ik ben wat dat betreft nog wat nuchterder: we worden niet zozeer vervangen door AI, maar door mensen die beter weten te werken met AI – een mooie manier om die LLO (of duurzame inzetbaarheidsparagraaf binnen de CAO) in te vullen voor onszelf!
Erik Fledderus, lector Digital Business & Society, Windesheim
Voorzitter lectorenplatform PRIO